plaatje

  :: waar :: where

De locatie :: the location

Een project op locatie vraagt om enige inzicht in deze locatie. Het is zondermeer de moeite waard om nader kennis te maken met de geschiedenis van dit gebouw en de voormalige bewoonsters. Daarom hieronder enige informatie over het gebouw, de Clarissen-Coletinenorde die dit gebouw meer dan een eeuw in haar bezit heeft gehad en de tweestichteressen van de orde: H. Clara en H. Coleta. Als extra wat informatie over een medaille die wonderen kan verrichten, naar aanleiding van een bescheiden beeltenis in een buitenmuur aan de zijkant van de kapel.

1 :: over het gebouw :: about the building

Kapel met deel van de groep ervoor

Op 12 september 1889 kwamen acht zusters van de Clarissen-Coletinen orde vanuit Roeselare naar Tilburg, waar zij een pand aan de Heuvelstraat betrokken. Superior De Beer zorgde voor een perceel grond aan de Lange Nieuwstraat, waar hij in augustus 1890 de eerste steen legde van de kapel. De bouw van het klooster werd vooral mogelijk gemaakt door de heer De Vos uit Antwerpen. In de kapel zijn wandschilderingen aangebracht met taferelen uit de levens van de Franciscaanse heiligen Antonius van Padua, Franciscus van Assisië en Clara. Aan de linkerzijde van het priesterkoor zaten traliehekken. Achter deze hekken volgden de slotzusters de diensten in kapel.
Deze eerste Nederlandse vestiging van de Clarissen-Coletinen is gebouwd in Neo-Gotische stijl, naar ontwerp van architect A.G. de Beer.

Het is de vraag of deze slotzusters er veel van hebben gemerkt, maar het bleek allerminst een rustige locatie. Volgens het Regionaal Archief Tilburg kwam rond 1900 de Lange Nieuwstraat geregeld in het nieuws. In 1894 werd slager Johannes Cornelis Verkuijlen vermoord door zijn collega P.J. de Bruin, toen hij met zijn hondenkar huiswaarts keerde. In 1900 werd Martinus Korthout in deze straat door messteken vermoord. De 17 jarige H. de Beer uit de Lange Nieuwstraat, draadmaker bij de firma Verschuuren-Piron, werd in 1905 vermoord gevonden op de Heuvel.

Een eeuw nade de intrek van de zusters, vertrokken de laatste zusters naar een klooster-bejaardenoord in Someren.
In 2004 kocht TBV Wonen het klooster en renoveerde het. Daar waarooit deze slotzusters in volkomen afzondering leefden, wonen nu medische studenten van de Brabant Medical School.De kapel van het klooster wordt tegenwoordig gebruikt voor recepties, bijeenkomsten, exposities, vergaderingen, presentaties, borrels en 'licht muzikale' bijeenkomsten.

Catering 'Maison Luuk'

2 :: over de Clarissen-Coletinen :: about the Poor Clare Sisters

De Clarissenorde

Leven Clarissen was sober maar niet somber

Nu het strenge kloosterleven achter muren verdwijnt, wordt het snel nog even vastgelegd.
Men ziet het in televisieprogramma's en boeken als Ontsloten Stilte over de Clarissen in Megen. Niet alleen Megen, ook zusters uit Nijmegen en Someren vertellen in het boek hun verhaal.

Maakt het uit waar Clarissen wonen? Velen van hen zien van hun woonplaats alleen de tuin achter de kloostermuren. Als zuster Leonarda van Leeuwen die in 1950 in Megen intrad, vertelt hoe ze na twaalf jaar voor het eerst eens buitenkwam, zegt ze: "Ik zag de herfstkleuren in de bossen. Het was geweldig."

Het zijn zinnetjes die duidelijk maken dat ook die wereldvreemde zusterkes niets menselijks vreemd is. Door de discipline die ze zichzelf opleggen en de algehele onthechting die gaandeweg normaal voor hen wordt, zou je bijna gaan denken dat een geur van heiligheid hen altijd omgeeft. En voor volgelingen van Clara en Franciscus, komt er de vreugde, de vrolijkheid tot in de dood, nog bij.

Zuster Margriet van Gennip was maar wat verbaasd toen ze voor het eerst de dood van een medezuster meemaakte: "Het algemeen gevoel in de communiteit was niet alleen verdriet, maar ook vreugde. Dat was voor mij volkomen nieuw, vreugde omdat haar aardse leven voltooid is."

Maar de weg naar een dergelijke status is hard, het komt je niet zomaar aanwaaien. Zuster Margaretha Huitinck vertelt: "In de loop der tijden zijn er wel eens zusters uitgetreden. Ze bleken het kloosterleven toch niet aan te kunnen. Dat merkten wij wel, bijvoorbeeld aan veel huilen, ook in de kerk."

Als wereldse figuur raakt je dat, dat er gehuild wordt in een klooster, in de wachtkamer van de hemel. Overal op aarde bestaat naast een glimp van gelukzaligheid het plompverloren verdriet.

De stilte in Megen wordt over enkele jaren, als de laatste zusters er gestorven zijn, voorgoed ontsloten, en ze komt niet meer terug. Tenminste, niet zoals zij bestond, in de vorm van die bijna masochistische lifestyle van het christendom van voor het Tweede Vaticaans Concilie.

Zuster Bernadette ten Bensel vertelt wat je moest doen als je iets verkeerds had gedaan. "'s Middags moest je dan, voor we aan tafel gingen, in de refter op de knieën gaan zitten en met de handen omhoog een kruisgebed bidden: vijf onzevaders en vijf weesgegroetjes. (…) Soms zat je daar met drie, vier zusters." Voor de ingang van de kapel moest ze eens over een medezuster heen stappen die daar voor straf op de grond lag. En dat voor vergrijpen die niet eens vergrijpen waren: het breken van een kopje, het ergens te laat zijn.

Die houding werd je als novice al aangeleerd. Zuster Leonarda van Leeuwen: "Je moest bijvoorbeeld eten bedelen in de refter. Op de knieën langs de tafels en met je hand om een stukje brood vragen. Daarna at je het op, midden in de refter, op je knieën."

Armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid, al 800 jaar de regel van de Clarissen. De vrouwen hopen in een constante staat van gebed een heilzame uitstraling te hebben naar de wereld.

En zoals een drinkebroer hunkert naar drank, hunkeren zij gaandeweg naar gebed. "De stilte is voor mij een levensnoodzakelijk iets geworden", zegt zuster Maria Smelter.

Of dat allemaal zo is? Steeds minder tijdgenoten zijn ervan overtuigd, maar tevens verlangen ze misschien terug naar de deugd van de naïviteit die de zusters nog bezitten en die ze zelf allang verloren zijn.

En zouden ze over de dood willen praten als zuster Ancilla op 't Root die in Megen meer dan twintig jaar met veel plezier de tuin verzorgde: "Ik ben niet bang, alleen maar benieuwd, misschien hebben ze er wel een tuin."

door Jace van de Ven. zaterdag 05 januari 2008, Brabants Dagblad
foto en meer info via website Clarissenorde Nederland

Heilige Clara :: Saint Clara

Heilige Clara, een rebelse meid ( 1193-1253)

Clara werd geboren in hetzelfde stadje in Umbrië als Franciscus namelijk in Assisi. Ze was 12 jaar jonger dan hij. Ze was de oudste van drie dochters in een adellijke familie. Op haar 18e ontvluchtte ze het ouderlijk huis om volgeling van Franciscus te worden. Die had grote indruk op haar gemaakt door zijn keuze voor een radicaal Christelijk leven van armoede en soberheid. Franciscus verbleef toen in een klein klooster buiten Assisi, in Portiuncula.

Haar vader probeerde haar weer naar huis te halen. Hij stuurde enkele ruiters naar San Damiano waar Clara haar toevlucht had gezocht, maar zij keerden onverrichter zake terug.

Franciscus onderwees haar in zijn opvattingen en gaf haar het kloosterhabijt dat later ook het habijt zou worden van de kloosterorde die Clara samen met Franciscus stichtte, de Clarissen. Oorspronkelijk werden die de Arme Vrouwen van San Damiano genoemd. Het was de zogenaamde Tweede Orde. De regel voor deze orde is van de hand van Clara zelf, maar pas op haar sterfbed werd die pauselijk goedgekeurd.

Vrij snel na de vlucht uit het ouderlijk huis voegde zus Agnes zich bij Clara en nog weer later kwamen ook de jongste zus en Clara’s moeder de kloostergelederen versterken.

Bij haar overlijden was Clara veertig jaar de abdis van het klooster in San Damiano geweest.

In Noord-Brabant zijn er geen specifieke bedevaartplaatsen voor Clara, maar toch is ze er geen onbekende. Tot voor enkele jaren had het klooster van de Clarissen in Tilburg een vertrouwde naam. Als je namelijk zeker wilde zijn van goed weer voor een geplande openluchtactiviteit moest je bij dit klooster een worst "offeren" ter ere van St. Clara en dat gebruik is heel lang in ere gehouden.

De officiële naam van de Clarissen in het klooster aan de Lange Nieuwstraat in Tilburg was Clarissen-Coletinen. Dat laatste deel van de naam slaat op de H. Coleta, een hervormster van de orde die actief was in het begin van de 15e eeuw.

Het was - en bleef - een strenge orde waarin armoede en soberheid geen loze woorden waren.

Door het teruglopen van het aantal intredingen moest het Tilburgse klooster in 1989 sluiten. Het bestond toen op een paar maanden na 100 jaar. De overgebleven zusters vertrokken naar Someren waar ze in het zorgcentrum Witven met zusters uit andere ordes en congregaties gingen samenleven.

En dan nog dit: St. Clara is patrones van o.a. glasschilders en televisiepersoneel. Ze wordt aangeroepen tegen blindheid en oogziekten.

Meer info via website Gerard de Croon

Heilige Coleta :: Saint Coleta



Coleta, stichteres van Clarissen-Coletinen (Arme Klaren) werd geboren in 1381 in het stadje Corbie ten Noorden van Amiens. Heel jong nog ging ze er allerheiligst in een kluis in de kerkmuur leven. Dit hield onder andere in dat zij lange tijd niet at of dronk. Het was een bewogen tijd: de honderdjarige oorlog, het schisma in het pausdom te Avignon. Coleta ontving van een paus die later uit de officiële lijst zou geschrapt worden, een opdracht als kloosterhervormster. Dit resulteerde in de stichting van de "arme klaren" - colettinen- die zich onafhankelijk opstelden van de oude stichtingen van de klarissen.

Op aandringen van het hertogelijk koppel Filips de Goede en Isabella van Portugal en met de geldelijke steun van enkele rijke burgers en edellieden stichtte zij ook te Gent een klooster, het monasterium Betlehem. Hiervoor schonk de stad in 1439 grond aan de Goudstraat en de Willen de Beersteeg. Het klooster dat, op de kapel na, al in 1440 af was, kwam er in de plaats van een tiental oudere huizen en huisjes. Coleta bezocht de nieuwe stichting een eerste maal in 1442 en ze werd er geestdriftig ontvangen. Als eerste abdis werd Odette, een van de (vele) dochters van de hertog van Bourgondië aangesteld. Toen de stichteres in 1446 opnieuw het kloostertje te Gent bezocht bleek ze fel verouderd en ziek. Ze stierf er op 6 maart 1447. Daags na haar dood werd ze opgebaard in de nog niet voltooide kapel. Volgens de kroniekschrijvers moest er een opening gekapt worden in de kerkmuur om de stroom van vereerders zonder ongelukken binnen en buiten te laten. Ze werd begraven in de kloostertuin. Onder haar latere bewonderaars bleven de Bourgondische hertogen opvallen. Margareta van York, vrouw van Karel de Stoute liet een kostbare ‘Vie de Sainte Colette’ vervaardigen.

Coleta werd een druk vereerde volksheilige. Ze werd in het bijzonder aanroepen door zwangere moeders, die hiervoor in het Gentse klooster ‘onder de mantel van Sint-Coleta’ gingen zitten. Volgens de overlevering was dit de sluier die ze van de paus bij haar intrede als kloosterlinge gekregen had.

Meer info via deze Belgische website

3 :: over O.L. vrouw van de Wonderbare Medaille :: Our Lady of the Miraculous Medal

Op één van de buitenmuren bij de kapel vindt men een aardige beeltenis van Onze Lieve Vrouw van de Wonderbare Medaille.

In 1830 verschijnt Maria voor de eerste aan de 24 jarige Catherina Zoé Labouré, een dochter van een zeer arme boer, die datzelfde jaar is ingetreden inhet klooster van de Dochters van de Liefde in de Rue du Bac in Parijs.

Op de vooravond van het feest van de Heilige Vincentius, kregen alle zusters van de directrice een klein stukje linnen van het rochet dat Vincentius gedragen had. Catharina scheurde het stukje in twee delen en stopte één deel in haar mond en slikte het door.Zij deed dit uit wensom de Heilige Maagd te zien.

In de nacht van 18 op 19 juli 1830 verschijnt Maria voor de eerste keer aan Catherina. Er wordt haar verteld dat God haar wil belastenmet een moeilijke opdracht. Catharina zelf zal dit moment omschrijven als het mooiste van haar leven.
Op 27 november van datzelfde jaar had Catharina haar 2e ontmoeting met Maria. Dit gebeurde tijdens de meditatie in de kapel. Maria stond op een halve bol en had twee kleinere bollen in haar handen. Maria droeg ringen om haar vingers met glanzende stenen. Uit die stenen kwamen waaiervormige stralen die de halve bol beschenen. Catharina hoorde Maria zeggen: “Zie daar het symbool van genade, die ik verleen aan hen, die erom vragen” .
Gelijktijdig zag Catharina een ovaal wat Maria omstraalde. Hierin stond in goudkleurige letters geschreven: “O Maria zonder zonden ontvangen, bid voor ons die onze toevlucht tot u nemen”.

Het ovaal draait zich om en Catharina ziet op de achterkant de M staan. Hierboven staat het kruis en eronder twee harten. Alle genade loopt via het kruis, daarvandaan het verlossingsteken dat het monogram bekroont, en het nog onderstreept door de symboliek van de twee uit liefde gemartelde harten. De opdracht van Maria was dat er een medaille moest worden geslagennaar dit model. Zij, die haarom de hals dragen, zouden grote genade ontvangen.

Twee jaar later, in een derde verschijning toonde Maria zich zeer ontevreden, dat de medaille nog steeds niet geslagen is, dat gebeurt dan alsnog.

In1876 sterft Catharina. Haar lichaam wordt 56 jaar na haar dood opgegraven. Tot verwondering van degene die haar opgraven blijkt het lichaam van Catharina nog geheel in tact te zijn. Zelf de kleur van haar ogen is nog zeer duidelijk zichtbaar. Op 28 mei 1933 wordt zij zalig verklaard en pas op 27 juli 1947 door paus Pius XII heilig. Door haar heiligverklaring werd zij de patrones van de duivenmelkers, omdat zij op jonge leeftijd de zorg had voor ongeveer 700 duiven. Catharina ligt opgebaard in een glazen kist.

Meer info onder andere via deze Engelstalige website van de Association of the Miraculous Medal