‘Acheogún Otá’
Victoria sobre enemigos
‘Acheogún
Otá’ betekent overwinning op vijanden of tegenwerking in lucumí, de religieuze
taal van de Afro-Cubaanse religie Regla de Ocha (in het westen bekend als
Santeria). Lucumí is gebaseerd op de taal van de West-Afrikaanse Yoruba, maar
tevens beinvloed door spaans en door andere Afrikaanse talen.
‘Acheogún
Otá’ is een van de mogelijke krachten (iré) die een Orisha (een ‘god’ of
‘heilige’) kan geven wanneer je deze via een priester om hulp vraagt.
De
Cubaanse danser/choreograaf Rafael Hernández Barrera heeft de choreografie voor
deze dansvoorstelling ontwikkeld en de Nijmeegse theatervormgeefster en
beeldend kunstenares Lory Caldarella heeft, gebaseerd op traditionele elementen
en kleurgebruik, maar met een geheel eigen interpretatie, de kostuums en
rekwisieten ontworpen.
Bij
de ontwikkeling ‘Acheogún Otá’ was het vanaf het begin al duidelijk dat er zou
worden uitgegaan van een typisch Afro-Cubaanse basischoreografie, deels omdat
dit een specialisme is van Rafael Hernandez, maar deels ook als een verzoek
vanuit Mixtura omdat hij als geen ander in staat is om deze intensieve wijze
van dansen te demonstreren. In zowel de lezingen van Zairah Begum Khan als van
Nathalie Houtermans werd hiernaar verwezen en hoewel er iets van deze
traditionele dansen op videoprojecties te zien was, valt dit in het niet bij
een live ervaring. Hij koos ervoor om bewust met al bestaande Afro-Cubaanse
muziek te werken, zij het niet met de vaststaande muziek die verbonden is aan de
twee Orisha's die hij uitbeeldde.
Hij
ontwikkelde een choreografie die gebaseerd was op traditionele (vaststaande
bewegingen), maar liet een transformatie zien van de strijder-Orisha Ogún (de
heerser over alle metaal en degene die de weg vrijkapt met zijn machete: een
symbool voor het vrijmaken van kracht om verder te gaan bij obstakels,
tegenslag of vijanden.) in een van de belangrijkste Cubaanse Orisha's Shangó
(de personificatie van de mannelijke viriliteit, het vuur, maar ook de muziek).
Deze
transformatie, die volstrekt experimenteel is, dus normaal gesproken niet in
dit soort choreografieën voorkomt, is samen met Lory Caldarella ontwikkeld. Zij
maakte een ontwerp gebaseerd op traditionele kostuums, maar met een volledig
eigen inbreng en geïnspireerd door de patakies (legendes) rond deze twee
Orisha's, waarin een graduele transformatie op het podium binnen de
choreografie kon worden uitgevoerd.
Foto
(V)